Koolgewassen

Kool komt voor in allerlei vormen, maten en kleuren. Zo zijn er de winterharde savooie kolen, en de witte kool uit Broek op Langedijk. Niet alleen het blad van kolen wordt gebruikt, maar ook de zaden van de kool- en mosterdzaad.


Kool- en mosterdzaad

Naast het loof en de kolen die de Brassica familie ons geven, werden van specifieke kooltypen de zaden geoogst en gebruikt. In de Middeleeuwen werd koolzaad gebruikt voor lampenolie en veevoeder. Halverwege de 20e eeuw stonden duizendenden hectares landbouwgrond vol met koolzaad.

In 1895 werd de Mansholt's Hamburger koolzaad geselecteerd, een winterkoolzaad dat vanaf 1899 door R.J. Mansholt werd gekweekt in Groningen.


Savooiekool

Bij savooiekool worden verschillende typen onderscheiden; de vroege spitse, putjeskool, herfst- en wintertypen. En zijn ook gele typen, zoals de vroege gele en het bewaartype. Rond 1980 werden winterkoolhybriden ontwikkeld, ontstaan uit kruisingen tussen witte en savooie kool.

De Bredasche Fijne Groene behoort tot de putjeskool, en werd vanouds rondom het Brabantse Breda geteeld.


Witte kool

De naam ‘Langedijk’ is regelmatig terug te zien binnen de kolen. Dit is ook niet zo gek, want het dijkdorp Broek op Langedijk kent een lange historie van koolteelt en kolenveredeling. Het dorp ligt in West-Friesland; een regio in het noorden van Noord-Holland, waar o.a. de steden Hoorn, Enkhuizen en Schagen liggen.

Al in de Middeleeuwen werden in deze regio kolen verbouwd, met Langedijk als belangrijkste gebied. Hier komt, naast vele andere kolen, de Langedijker Bewaarwitte vandaan.

Meer witte kool erfgoedrassen en info

Witte kool erfgoedrassen

Van Langedijk naar de steden

Vanaf het productie gebied rond Langedijk werden de kolen naar Alkmaar te worden gebracht om daar op de markt en veiling te verkopen. Later gebeurde dit ook in het snel uitdijende Amsterdam. Maar waarom moesten die kolen helemaal uit Langedijk komen om vervolgens in Alkmaar en Amsterdam te worden verkocht? Dit kwam door de drassige gronden rondom deze grote steden, wat tuin- en akkerbouw activiteiten niet toeliet. De West-Friese grond echter was zeer geschikt voor het verbouwen van gewassen, waar dankbaar gebruik van werd gemaakt.

Op naar de veiling

Verschillende groenten werden in de 17e eeuw in West-Friesland geteeld, zoals meirapen, wortelen, uien, pinksternakelen, en jawel: kool. Later, in de 18e eeuw nam de variëteit aan gewassen toe, met sla, spinazie, doperwten, sperziebonen, radijs, en nog veel meer. Toen in 1887 de Broeker Veiling werd opgericht moesten de producten die werden geteeld aan hoge eisen voldoen, waardoor kwaliteit van de geproduceerde groenten hoog was.

Meer over kolen en de selectie door de tijd heen leren? Lees Kool in Nederland. Geschiedenis van teelt en veredeling.