Witte Suiker (1856 - 1966)


Synoniemen: Guernsey Conqueror, Conqueror, Suikermeloen, Westlandse suiker


Een zoete suikermeloen

Witte Suiker is, zoals de naam al suggereert, een zoete suikermeloen. Deze meloensoort geeft langwerpige-ronde vruchten die een witachtige kleur hebben en ongeribd zijn. Ze kunnen een licht kurkachtig net ontwikkelen, hoewel dit minder uitgesproken is dan bij netmeloenen. De eerst gevonden vermelding van Witte Suiker komt uit de kwekerscatalogus 1856-1877 van Gebr. vh. P. Sluis te Andijk. Van oorsprong zou het een Amerikaans ras zijn. In de rassenlijst van 1943 en 1966 wordt beschreven dat het ras een sterke groeier is maar minder gemakkelijk vruchten zet dan het meloen ras Enkele Net.



Vruchtontwikkeling en groei

Voor een optimale vruchtontwikkeling is het essentieel om zorg te dragen voor een adequate bestuiving zodra de plant bloemen heeft gevormd. Bij onvoldoende bestuiving kunnen de vruchten scheef groeien. Per plant kunnen er meestal 3 tot 7 vruchten worden geoogst, die elk een gewicht van 1,5 tot 2,5 kg kunnen bereiken. Het vruchtvlees binnenin is groen en kenmerkt zich door een aangename smaak. Deze vruchten rijpen relatief laat, maar hebben een uitstekende houdbaarheid, mede dankzij een suikergehalte van ongeveer 15%. Dankzij de sterke stengel is dit ras bijzonder geschikt voor verticale teeltmethoden.

Teeltspecificaties

Teelt Kas; warme omgeving
Type Suikermeloen
Zaaitijd April
Groei Plant laten kruipen of aanbinden. Vruchtgroei: zelfbestuiver. Bestuiving kan worden geholpen door regelmatig zachtjes tegen te bloemen te tikken.
Oogst Rijpe vrucht