
Grosse Brune Paresseuse (v.a. 1853)
Synoniemen: Brune paresseuse, Tiquetée de printemps
Gespikkeld met anthocyaan
Grosse Brune Paresseuse is een botersla. Het ras is met zijn rood gespikkelde blad de dalmatiër onder de sla. Binnen de botersla zijn er varianten met en zonder anthocyanen. Indien deze stof aanwezig is, geeft dit een rode kleur aan (een deel van) het blad. Bij Grosse Brune Paresseuse is de anthocyaan alleen op specifieke vlekken aanwezig, op een verder groen blad, met licht getinte bladrand. De tweede foto uit 1997 die is te zien van dit slaras, is overigens enigszins donker uitgevallen. Wanneer je deze sla zou groeien zal het meer lijken op de eerste foto die van dit ras is te zien. Het blad heeft een malse textuur. Deze sla heeft een ruime teelt periode en kan worden gegroeid in de lente, zomer en herfst teelt op open veld.
Oude vermeldingen
Grosse Brune Paresseuse werd in 1856 benoemd door Vilmorin-Andrieux (Franse zaden producent) in “Descriptions des Plantes Potagères” (Beschrijving van groente planten). In Nederland komt de eerst vermelding van dit ras zelfs al uit 1853, waar de Tuin-almanak van Niedeken en Uilkens de Grosse Brune Paresseuse benoemen. De krop kan redelijk groot worden met veel gestrekte buitenbladeren en een stevige krop, en is laat schietend. Hierdoor kun je deze sla wat langer op het veld laten staan om de sla oogst wat uit te spreiden. Dit ras werd en wordt voornamelijk in Frankrijk geteeld, maar ook binnen Nederland is het gegroeid.
Teeltspecificaties
Teelt | Volle grond |
Type | Botersla |
Zaaitijd | Februari t/m april (februari t/m maart onder glas voorzaaien en na 3-4 weken uitplanten). |
Plantafstand | 30-40 cm |
Oogsttijd | Vanaf juni t/m oktober. Oogst wanneer de krop vast aanvoelt, of pluk van buitenaf de bladeren naar behoefte. |